De ware vrijheid

Hermann van Altshausen, monnik van de abdij Reichenau, leeft van 1013-1054. Hj is de contractus, de lamme, de gebrekkige mens, de hulpeloze kreupele. Maar tegelijk is hij ook het wonder van zijn eeuw. Hij openbaart zich als groot theoloog, astronoom, wiskundige, beoefenaar van de natuurwetenschappen, musicus en geschiedkundige. Hermann, de geestverwante leerling en getrouwe volgeling van de grote abt Berno, die een heilige paus Leo IX en keizer Heinrich III hun bewondering niet onthouden, is een deemoedige gehoorzame en vrome zoon van de heilige Benedictus. In harde worsteling en in innerlijke vrijheid gaat hij zijn moeilijke maar tegelijk lichtende weg. In het verhaal 'De ware vrijheid' worden de wezenlijke trekken van zijn persoon geschetst. Zijn leerling Berthold heeft ze ons nagelaten. Het heeft tot doel, de innerlijke strijd van de jonge man om het 'ja' tegen zijn zware lot en zijn bijzondere roeping duidelijk te maken. De liefhebbende en lijdende monnik van Reichernau moge allen die hem door dit verhaal leren kennen, helpen, ook het doel te bereiken dat hij bereikte: de ware vrijheid.